Alle artikelen met het onderwerp:

boter

Bagna Càuda is een warme dip gemaakt van ansjovis, boter, olijfolie en knoflook, het vindt zijn oorsprong in het Italiaanse Piemonte.
De dip moet tijdens het serveren warm blijven en daarvoor zijn de kleine tapasfonduesets van Boska (zie ‘en ook nog/op tafel’) ideaal, op het waxinelichtje blijft de pittige dip precies goed op temperatuur. 
In dit gerecht ‘smelt’ je de ansjovisfilets als het ware, zodat het een vloeibaar mengsel wordt.
Ga voor Bagna Càuda op zoek naar de beste ansjovisfilets, het liefst de visjes die zijn ingelegd in zout, deze zijn vrijwel altijd van een betere kwaliteit dan de visjes op olie.
Kun je ze niet vinden, gebruik dan de allerbeste visjes op olie en spoel deze even onder de stromende kraan, waarna je ze goed droogdept.
Ansjovis op zout spoel je overigens ook eerst af voordat je ze gebruikt.
Serveer de warme dip met verschillende rauwe en beetgaar gekookte groenten, bijvoorbeeld bleekselderij, wortel, asperge en paprika. Je kunt er ook blaadjes (veld)sla, rucola, waterkers en witlof in dippen.

hartig

Bagna Càuda

INGREDIENTEN
  • 100 gram ansjovisfilets van goede kwalitei,
    het liefst ingelegd met zout, anders op olie
  • 2-3 teentjes knoflook
  • 50 gram roomboter
  • 1-1,5 deciliter olijfolie
BEREIDING

Spoel de visjes onder de stromende kraan en dep ze goed droog. Snijd ze zo fijn mogelijk.
Druk de teentjes knoflook door een pers of wrijf ze heel fijn op zo'n Provençaals aardewerken knoflookraspje.
Verwarm de knoflook circa 10 minuten in de boter met de olie in een kleine, stevige pan op heel zacht vuur, druk steeds met een houten lepel op de knoflook, zodat hij als het ware smelt.
Voeg dan de ansjovis toe en blijf drukken met die lepel, zodat ook de ansjovis smelt. Laat het vuur heel laag staan, het mengsel mag niet gaan bakken.
Schep de bagna càuda, als de visjes gesmolten zijn, in zo'n tapasfondueschaaltje (of ander schaaltje dat warm gehouden kan worden), houd de dip warm op het waxinelichtje en serveer het als hapje of voorgerecht samen met bijvoorbeeld reepjes rauwe groenten als bleekselderij, paprika, venkel en wortel of beetgaar gekookte groenten als asperges, bloemkool en broccoli.
Ook blaadjes witlof, sla, rucola of waterkers kun je in het warme bad dippen. 

Voor 4-6 personen

Schol is een echte zomervis, in deze warme maanden zijn de filets lekker dik en is de smaak uitmuntend.
De bereiding in de oven is snel en gemakkelijk, de geurige takjes tijm en de citroen zorgen voor een lekkere pure smaak, zoals vis hoort te smaken.
Kies dikke visfilets, die garen het mooist, dunne filets worden te gaar en dus te droog tijdens deze bereiding. Zijn dikke filets niet voorradig, vouw dunnere filets dan dubbel en steek ze eventueel vast met een houten prikker.
Controleer de gaarheid na 12 minuten want het is jammer als de vis te gaar wordt, hij moet net niet meer glazig zijn, dan is hij het lekkerst.
Andere stevige witvisfilets kunnen op dezelfde manier worden bereid.

hoofdgerechten

Schol met citroenboter

INGREDIENTEN
  • 40 gram zachte gezouten boter
  • 1 eetlepel geraspte citroenschil
  • 0,5 citroen
  • 4 stevige scholfilets à 125 gram
  • 2 takjes tijm
  • zout, vers gemalen peper
  • 2 eetlepels olijfolie
BEREIDING

Roer de boter los en breng deze op smaak met citroenrasp.
Snijd de halve citroen in dunne plakjes.
Leg de visfilets in een met boter ingevette braadslede of ovenschaal en leg op elke filet een lik citroenboter.
Leg de plakjes citroen en takjes tijm in de braadslede tussen de visfilets en bestrooi met wat zout en peper. Schenk er de olijfolie over en zet de braadslede 12-15 minuten in het midden van een voorverwarmde oven op 180ºC tot de vis gaar is.
Controleer dat met de punt van een mes, maak daarmee een klein sneetje in het dikste deel van de vis, hij moet daar net niet meer glazig zijn.
Serveer de schol met de warme braadjus.

Voor 4 personen

Gratin Dauphinois is een aardappelgratin die zijn oorsprong kent in de Dauphiné, een zelfstandige Franse provincie van vóór de Franse revolutie. De Dauphiné kwam ongeveer overeen met drie huidige departementen; Isère en Drôme (regio Rhône-Alpes) en Hautes-Alpes (regio Provence-Alpes-Côte d’Azur).
Er doen verschillende recepten de ronde van deze gratin, maar de echte wordt uitsluitend gemaakt van aardappelen, slagroom en enkele klontjes boter om de schaal mee in te wrijven en om bovenop de gratin te leggen. Als smaakmakers worden knoflook, zout en peper gebruikt.
Het is een heftig gerecht met de slagroom, maar deze originele versie is het allerlekkerst en normaal gesproken neem je er maar één schep van.
Als je het toch te zwaar vindt, vervang dan de helft van de slagroom door volle melk, de gratin is dan nog steeds heel lekker, maar ook iets vloeibaarder.
Het ligt voor de hand om bloemige aardappelen te gebruiken, deze nemen goed vocht op waardoor de gratin vrij compact wordt. Ik gebruik zelf het liefst een vastkokende aardappel omdat ik daarvan de smaak vaak lekkerder vind en het resultaat is heel goed.
Gratin Dauphinois is een gerecht voor elk seizoen, maar het is bovenal een makkelijk zomergerecht, de oven doet immers al het werk, waardoor je de handen vrij hebt om te barbecueën.

bijgerechten

Aardappelgratin; gratin Dauphinois

INGREDIENTEN
  • 1 teentje knoflook
  • 60-75 gram boter
  • 1 kilo (nieuwe) aardappelen
  • zout, peper
  • 5-7,5 deciliter slagroom
BEREIDING

Halveer het teentje knoflook en wrijf de randen en de bodem van een ovenschaal met een inhoud van circa 1,5 liter in met de knoflook. Wrijf de schaal daarna royaal in met boter.
Schil de aardappelen en snijd ze in plakjes van 2-3 millimeter dik. Was de plakjes niet, want dan verwijder je het zetmeel dat je nodig hebt om een samenhangende gratin te maken. Leg de aardappelplakjes dakpansgewijs in de schaal en strooi tussen elke laag wat zout en peper.
Schenk de slagroom erover, de aardappelen moeten net onder staan. Verdeel de rest van de boter in klontjes over de aardappelen en bak de gratin circa 1 uur en 15 minuten in het midden van een voorverwarmde oven op 180°C tot hij goudgeel is en de aardappelen gaar zijn.

Voor 4-6 personen