Dit recept komt uit het eerder besproken boek Gone Fishing van Mikkel Karstad (Uitgeverij Aerial Media Company).
De combinatie van gebakken bloemkool samen met flinterdun gesneden rauwe bloemkool is verrassend lekker.
Mikkel gebruikt in dit recept bloeiende dilleschermen, maar dilletakjes kan ook.
Twee tot drie minuten bakken is voor bloemkool wat aan de krappe kant, de groente is dan nog heel stevig. Bak de bloemkool gerust iets langer als hij nog te stevig is.
hoofdgerechten
INGREDIENTEN
- 1 bloemkool
- 1 dillescherm (de uitgegroeide dillebloem)
of dille
- circa 1 deciliter olijfolie
- zeezout, versgemalen peper
- 10 gram roomboter
- 4 grote dubbele scholfilets
- beetje (rogge)bloem
- geraspte schil en sap van 1 onbespoten citroen
BEREIDING
Verdeel de bloemkool in grote roosjes en schaaf er enkele in heel dunne plakjes.
Leg de bloemkoolplakjes in koud water.
Bak de roosjes bloemkool samen met de dille 2-3 minuten in een beetje olijfolie, tot ze iets kleuren en wat zachter worden.
Voeg wat zout en peper toe, schep de bloemkoolroosjes uit de pan en houd ze warm.
Wrijf de koekenpan schoon en doe er een beetje olijfolie en de boter in.
Laat de boter bruisen.
Wentel de scholfilets door de roggebloem en bestrooi ze met zout en peper.
Bak de filets circa 1 minuut aan elke kant, tot ze van buiten mooi goudbruin zijn en van binnen nog sappig.
Serveer de scholfilets met gebakken en rauwe bloemkool, dille, wat citroenrasp en –sap en de boter uit de pan.
Lekker met goed brood en een groene salade.
Voor 4 personen
Zeetong is een heerlijke vis, ik eet hem graag zo puur mogelijk, mijn favoriete bereidingswijze is bakken in roomboter.
Maar vandaag doe ik er iets heel anders mee, ik maak lekker ouderwetse tongrolletjes.
Ik reken hier een rolletje per persoon, dat is voldoende, zeker voor een diner met meerdere gangen. Maar het is zeker niet verboden om er twee te serveren.
Vraag de visboer om niet te kleine tongfilets zonder vel.
De pastinaak is, op onderstaande manier bereid, verrassend lekker, soms kan deze witte wortel wat melig zijn, maar in dit gerecht is de groente lekker krokant.
Ik vind de combinatie met kokosmelk heel lekker, kokoshaters kunnen in plaats van de kokosmelk een mengsel van slagroom en volle melk gebruiken.
hoofdgerechten
INGREDIENTEN
- 4 mooie tongfilets zonder vel
- zout, witte peper
- 1-2 theelepels grof gesneden dille
- circa 400 gram pastinaken
- 3 sjalotjes
- 1 eetlepel kokos- of zonnebloemolie
- 4 deciliter visbouillon
- 4 deciliter kokosmelk
- citroensap
- wat extra dille
BEREIDING
Dep de tongfilets droog en bestrooi ze met zout, peper en de dille.
Rol ze op en zet ze vast met een houten prikker of een stukje keukentouw.
Schil de pastinaken met een dunschiller en snijd er vervolgens met dezelfde dunschiller (of met een schaaf) mooie dunne repen van.
Snijd die repen vervolgens in dunne linten, ongeveer de breedte van tagliatelle.
Snijd de sjalotjes fijn en bak ze circa 5 minuten in de kokosolie in een wijde braadpan, waarin de visrolletjes naast elkaar kunnen staan.
Voeg de bouillon toe en laat deze 10 minuten zachtjes koken en tevens indampen. Voeg dan de kokosmelk toe en laat de saus nog 8-12 minuten zachtjes koken tot hij iets dikker is geworden.
Roer de pastinaaklinten door de kokossaus en verwarm ze enkele minuten in de saus onder omscheppen, ze moeten echter wel beetgaar blijven en breng ze op smaak met wat zout, peper en citroensap.
Leg de tongrolletjes op de pastinaaklinten en laat ze, afgedekt met een deksel, 5-6 minuten zachtjes garen, houd ze goed in de gaten, de vis mag vooral niet té gaar worden.
Serveer de tongrolletjes met de romige pastinaaklinten.
Bestrooi eventueel met wat fijngesneden dille.
Aardappelpuree op smaak gebracht met royaal fijngesneden bladpeterselie smaakt hier erg lekker bij.
Voor 4 personen
Witlof komt bij mij meestal als salade of gebakken op tafel, ik houd ervan als de groente stevig en zo knapperig mogelijk blijft.
Af en toe maak ik een uitzondering en bereid ik deze kleine schaaltjes met romige witlof en eieren als voorgerecht of warm hapje bij de lunch.
De schaaltjes gaan in de oven in een braadslede met heet water, au bain-marie dus.
Op deze manier blijft het gerecht smeuïger en garen de eitjes regelmatiger.
voorgerechten
INGREDIENTEN
- 600 gram witlof
- 1 teentje knoflook
- 2 eetlepels olijfolie
- 2-3 theelepels citroensap
- 1,8 deciliter crème fraîche
- zout, peper
- 1-2 theelepels fijngesneden dille
- 1-2 eetlepels fijngesneden bieslook
- 2 eetlepels vers geraspte Parmezaanse kaas
- 4-6 eieren
BEREIDING
Snijd de witlof in reepjes en pers de knoflook.
Verhit de olie op middelhoog vuur en bak hierin de knoflook een halve minuut.
Voeg de witlof toe en bak deze al omscheppend 3-4 minuten.
Zet het vuur wat lager en voeg citroensap, 1,5 deciliter crème fraîche en wat zout en peper toe.
Laat het gerecht 10-15 minuten zachtjes pruttelen tot de saus mooi is ingedikt.
Voeg dille, bieslook en kaas toe en breng eventueel verder op smaak met zout en peper. (Tot zover kunt u het gerecht voorbereiden.)
Verdeel het witlofmengsel over 4-6 hoge ovenschaaltjes (ramekins) en maak in elk schaaltje een ‘holletje’.
Breek in elk holletje een ei en verdeel de laatste 2 eetlepels crème fraîche over de eitjes, strooi er nog wat zout en peper over.
Zet de schaaltjes in een braadslede en vul deze met kokend water tot ongeveer 3/4 deel van de schaaltjes is bedekt.
Laat de eitjes in 10-16 minuten stollen in een voorverwarmde oven op 190°C, het eiwit moet net gestold zijn, maar de dooier mag nog zacht zijn.
Serveer er reepjes geroosterd brood bij.
Voor 4-6 personen
Het is een genot om in dit jaargetijde bij de groenteman te kijken omdat er zo’n overvloed aan groenten te koop is.
Dit is een bijzonder seizoen; de laatste zomergroenten zijn er nog volop, maar ook al de eerste najaars- en wintervariëteiten zoals knolselderij, pastinaak en witte kool.
En niet te vergeten die fraaie verse bietjes die ongelooflijk lekker zijn in deze soep.
Kies hiervoor kleine malse bietjes, die vind ik het lekkerst en bovendien zijn ze sneller gaar.
Eventueel kunt u ook gekookte bietjes gebruiken, dan hoeft de soep maar circa 15 minuten te koken.
En komt er nog een heel warme dag…. de soep is koud ook erg lekker.
voorgerechten
INGREDIENTEN
- 3 sjalotjes
- 1 wortel
- 1 kleine prei
- 8 kleine bietjes
- 2 eetlepels olijfolie
- 8 deciliter groentenbouillon
- 1 eetlepel fijngesneden dille
- zout, peper
- 4 eetlepels zure room
BEREIDING
Snijd de gepelde sjalotjes fijn, evenals de wortel en de prei.
Schil de bietjes en snijd ze in stukken.
Verhit de olie in een braadpan en bak hierin de sjalotjes, wortel en prei 4-6 minuten op zacht vuur.
Voeg de bietjes toe, schep alles even om en schenk dan de bouillon erbij.
Kook de soep 25-30 minuten tot de bieten zacht zijn.
Pureer de soep en breng hem op smaak met dille, zout en peper.
Serveer de soep warm of koud en schep voor serveren een lepeltje zure room in de soep.
Voor 4 personen
Vroeger en misschien nu ook nog wel werden er in de Amsterdamse Jordaan gehaktballen gemaakt van halfom gehakt en Hollandse garnalen, een verrassende en erg lekkere combinatie.
Dit recept is een variatie daarop, u kunt ze als borrelballetjes serveren met een mierikswortelmayonaise of met die lekkere groene dragonmosterd die kant-en-klaar te koop is.
Mierikswortel kunt u vers kopen bij een goed gesorteerde groenteman.
De wortel blijft meerdere weken goed in de groentelade van de koelkast.
Schil een klein stukje van de wortel, alleen het stukje dat wordt gebruikt, en rasp de wortel.
Er is ook kant-en-klaar geraspte mierikswortel in potjes te koop.
Vindt u de combinatie met garnalen iets té exotisch, laat ze dan achterwege en neem van beide gehaktsoorten 150 gram meer.
hartig
INGREDIENTEN
- 1 witte boterham zonder korst
- 1-1,5 deciliter melk
- 250 gram gepelde Hollandse garnalen
- 250 gram rundergehakt
- 250 gram varkensgehakt
- 1 ei, losgeklopt
- 1 eetlepel fijngesneden dille
- 1 eetlepel fijngehakte kappertjes
- zout, peper
- 40 gram roomboter
- 4-6 eetlepels mayonaise
- 1-2 theelepels geraspte mierikswortel
- (dragonmosterd)
BEREIDING
Verdeel de boterham in stukken en week deze in de melk.
Snijd de garnalen zo fijn mogelijk.
Meng in een kom beide soorten gehakt met de garnalen, het uitgeknepen brood, ei, dille, kappertjes en zout en peper naar smaak.
Vorm van het gehaktmengsel circa 16 balletjes en bak deze in de boter in circa 15 minuten gaar en rondom goudbruin.
Meng de mayonaise met de mierikswortel, wees in het begin voorzichtig met het toevoegen van de mierikswortel, want de smaak wordt nog iets pittiger als het mengsel wat langer staat.
Serveer de balletjes warm of lauwwarm met de mierikswortelmayonaise of met dragonmosterd.
Voor circa 16 balletjes
Om nog even op die heerlijke Bawykovzalm (zie ‘en ook nog/product’) terug te komen volgt hier een pastagerecht met een zalmroomsaus.
Hiervoor kunt u zowel verse als gerookte zalm gebruiken of een combinatie van beide en dit laatste vind ik het lekkerst omdat de pittige gerookte zalm en de zachte smaak van verse zalm een goede combinatie vormen.
De saus is het lekkerst met korte pasta, zoals penne, farfalle of orecchiette, daar blijft de saus goed omheen zitten.
De tomaatblokjes in het gerecht mogen uit blik komen, maar in het seizoen is het heerlijk om ontvelde, in blokjes gesneden verse tomaten te gebruiken.
En dan de Parmezaanse kaas? Er zijn Italianen die beweren dat er bij pasta met vis geen kaas hoort, maar er zijn er evenzoveel die dit wel gebruiken.
Aan u de keuze; vindt u het lekker… gewoon doen!
hoofdgerechten
INGREDIENTEN
- 300-350 gram korte pasta (penne, farfalle, orecchiette)
- zout, peper
- 1 kleine ui
- 1 kleine rode peper
- 2 eetlepels olijfolie
- 150 gram verse zalmfilet
- 150 gram gerookte zalmfilet
- 5 eetlepels visfond of visbouillon
- 1,5-2 deciliter slagroom
- 3-4 eetlepels tomaatblokjes
- citroensap
- 1-2 eetlepels fijngesneden dille of platte peterselie
BEREIDING
Kook de pasta in ruim kokend water met zout beetgaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
Snijd de ui en rode peper fijn, verwijder van deze laatste eerst de zaadjes.
Bak ui en rode peper circa 6 minuten in de hete olie.
Snijd beide zalmsoorten in reepjes en leg ze in de pan, voeg direct daarna de visfond toe en laat alles 2 minuten zachtjes koken.
Schep er dan de slagroom en tomaatblokjes door en verwarm nog 1-2 minuten tot de saus een goede dikte heeft.
Breng op smaak met zout, peper en iets citroensap.
Voeg de dille of peterselie toe en schep de saus direct door de uitgelekte pasta.
Voor 4 personen