Alle artikelen met het onderwerp:

Frankrijk

Het voorjaar lonkt…… dat was zaterdag goed te merken op de markt in Valence, waar de voorjaarsgroenten overheersten.
De eerste asperges, doperwten, tuinbonen en zelfs aardbeien lagen er royaal uitgestald, alles afkomstig uit de zonnige Provence, waar de groenten en vruchten veel eerder rijp zijn.
Tijd voor een echte lentesalade; Salade de Printemps.

hoofdgerechten

Salade de Printemps (lentesalade)

radijs
INGREDIENTEN
  • 200 gram gedopte tuinbonen
  • 4-5 eetlepels olijfolie
  • snufje fijngesneden bonenkruid
  • 1 venkelknol
  • 0.5 bosje radijs
  • 1 kleine avocado
  • 125 gram veldsla
  • 1-2 bosjes waterkers
  • 1 theelepel mosterd
  • 1-1,5 eetlepel citroensap
  • zout, peper
  • circa 100 gram gedroogde eendenborst of 50 gram dun gesneden rauwe ham
  • 40 gram hazelnoten
BEREIDING

Verwijder (eventueel) het vliesje van de tuinbonen en stoof ze boontjes enkele minuten in 0,5 eetlepel olijfolie met het bonenkruid tot ze beetgaar zijn.
Snijd de venkel in flinterdunne plakjes, halveer de radijsjes in de lengte en snijd de ontvelde avocado in reepjes.
Meng de veldsla luchtig met de waterkers (verwijder eerst de worteltjes) en de venkel, radijs, avocado en tuinbonen.
Roer een dressing van de mosterd, citroensap, 4 eetlepels olijfolie en zout en peper naar smaak. Meng de dressing voorzichtig met de salade.
Snijd de eendenborst in dunne plakjes, verdeel deze (of de ham) over de salade en strooi de hazelnoten erover.

Voor 4 personen

Op de dinsdagochtend markt in Crest, een stadje in de Franse Drôme, staat Riccio.
Ik weet niet of de man echt zo heet, maar zijn kraam draagt in elk geval die naam.
Riccio verkoopt heel goede verse pasta, in verschillende diktes en breedtes.
Ik kies altijd een lekkere dunne variant, de taglierini.
Zo’n verse pasta vraagt één, hooguit twee minuten bereidingstijd, supersnel dus.
Pasta eet ik het liefst met slechts enkele smaakmakers, ik ben niet zo van die dikke rijke sauzen.
Het volgende gerecht bevat wel een scheut room, maar blijft desondanks toch licht.
De kappertjes worden even gebakken, dat geeft een lekkere beet en een verrassende smaak; een aanrader.

hoofdgerechten

Pasta met kappertjes en basilicum

INGREDIENTEN
  • 4 eetlepels kappertjes
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 2 fijngesneden teentjes knoflook
  • 1 eetlepel geraspte citroenschil
  • 1-2 eetlepels citroensap
  • 2 deciliter slagroom
  • zout, peper
  • 300-400 gram dunne lintpasta (taglierini)
  • handvol kleine basilicumblaadjes
  • handvol spinazie- of waterkersblaadjes
  • stukje Parmezaanse kaas à circa 50 gram
BEREIDING

Laat de kappertjes uitlekken en dep ze heel goed droog.
Verhit de olijfolie in een kleine sauspan en bak hierin de kappertjes op middelhoog vuur circa 3 minuten tot ze een beetje bruin kleuren.
Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Schep van de olie 1 eetlepel in een koekenpan (de rest van de olie kunt u voor andere dingen gebruiken) en bak hierin de knoflook 2 minuten op zacht vuur.
Voeg de geraspte citroenschil toe evenals het citroensap en de slagroom, voeg zout en peper naar smaak toe en laat de saus circa 4 minuten inkoken tot hij iets dikker wordt.
Kook de pasta in ruim kokend water met zout volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking beetgaar.
Schep de uitgelekte pasta in een schaal en voeg de citroenroom, kappertjes, basilicum en spinazie toe.
Schep alles goed om en schaaf of rasp de kaas erover.
Serveer direct.

Voor 4 personen

De Fransen kennen een aantal speciale gerechten die ze bij bijzondere gelegenheden, zoals dorps- of familiefeesten, serveren.
Het zijn gerechten die gemakkelijk voor een groot aantal personen te maken zijn.
Een daarvan is Rougail saucisses, oorspronkelijk afkomstig van het eiland Réunion, een overzees departement van Frankrijk.
De bekende saucisses, verse worstjes, stoven in een saus van ui en tomaat, ideaal om voor een groter gezelschap te bereiden.
Saucisses zijn in Frankrijk overal te koop, in dunne en dikke versies, de iets dikkere variant (saucijsjesdikte) is hiervoor het meest geschikt.
In Nederland zou je er saucijsjes voor kunnen gebruiken.
Soms ook worden er enkele gerookte worstjes, zoals saucisses de Montbéliard, toegevoegd, maar in dit recept heb ik dat niet gedaan.
Als je Rougail saucisses helemaal volgens het officiële recept wilt maken, moet je de worstjes eerst zo’n 20 tot 30 minuten wellen in water net tegen de kook aan.
Daarna snijd je ze in stukken en bak je ze in olijfolie.
Maar ik vind het lekkerder als je de worstjes rauw bakt, dat geeft naar mijn gevoel meer smaak aan het gerecht.
De geelwortel kan eventueel worden weggelaten, alhoewel het de saus een prachtige kleur geeft.

hoofdgerechten

Rougail saucisses

INGREDIENTEN
  • circa 800 gram verse rijpe tomaten
  • eventueel 1 rode peper
  • circa 1 kilo saucisses (de iets dikkere)
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 3 grote uien
  • 2-3 teentjes knoflook
  • 2 theelepels geraspte gemberwortel
  • eventueel 1-2 theelepels geraspte verse geelwortel
    of 1-2 theelepels gemalen geelwortelpoeder
  • zout, peper
BEREIDING

Ontvel de tomaten en snijd ze in stukjes.
Snijd de rode peper fijn als u die gebruikt, het geeft het gerecht een lekkere pittigheid
Snijd de saucijsjes in stukjes van 2,5-3 centimeter.
Verhit de olijfolie in een grote braadpan en bak hierin, onder regelmatig omscheppen, de stukjes worst goudbruin.
Snijd intussen de uien in dunne halve ringen en snijd de knoflook fijn.
Voeg de uien toe als de worst bruin is.
Schep alles goed om en laat de uien goudgeel kleuren.
Voeg dan de knoflook, gemberwortel en eventueel de rode peper toe, bak dit enkele minuten mee.
Roer er dan de geelwortel door, verwarm nog even en voeg tenslotte de tomaten toe.
Laat het gerecht op zacht vuur circa 45 minuten zachtjes pruttelen met het deksel op de pan, laat een kiertje vrij, zodat het vocht voor het grootste deel kan verdampen.
Breng de rougail op smaak met zout en peper en serveer het met rijst.
Een schepje ananas- of mangosalsa (zie recepten) smaakt er erg lekker bij.

Voor circa 8 personen

Zaterdag, na een bezoek aan de leuke en vooral heel lekkere zaterdagochtend markt in Valence, ging ik lunchen bij restaurant La Cachette, waar ik maandag over schreef.
Ik zat slechts enkele seconden op een mooie plek op het intieme terras, toen ik al een kommetje Salmorejo kreeg, een zeer welkome versnapering met het heel warme weer.
Salmorejo (spreek uit salmorè-go) is een koude Spaanse tomatensoep, een zusje van de gazpacho kun je zeggen.
De soep komt oorspronkelijk uit Andalusië, uit Cordoba om precies te zijn en bevat maar vier ingrediënten: tomaat, brood, knoflook en olijfolie.
Met daarbij de smaakmakers zout, peper en citroensap of azijn.
Salmorejo is dikker dan gazpacho, omdat er in verhouding meer brood in gaat, en wordt daarom meestal met een lepel gegeten.
Traditioneel is ook de garnering met reepjes serranoham en  ‘mimosa’ van ei, daarvoor wordt een hardgekookt ei door een zeef gedrukt, zodat je een soort ‘eierkruim’ krijgt.
Je serveert de soep goed gekoeld, het is een echte traktatie.

voorgerechten

Salmorejo

INGREDIENTEN
  • 500 gram rijpe, smaakvolle tomaten
  • 100 gram (zuurdesem) witbrood
  • 1-2 teentjes knoflook
  • 3 eetlepels olijfolie
  • zout, peper
  • citroensap of azijn
  • 1 hardgekookt ei
  • 2 eetlepels reepjes serranoham
BEREIDING

Snijd de tomaten in stukjes, verwijder wel eerst het harde stukje bij het kroontje en pureer ze in een blender of keukenmachine.
Snijd of pluk het brood in stukjes en voeg dit toe aan de gepureerde tomaten, duw ze onder het tomatenvocht, zodat het brood daarin kan weken.
Wacht ongeveer 10 minuten, tot het brood zacht is geworden, voeg de knoflook toe en pureer alles nogmaals tot er een glad mengsel ontstaat.
Voeg de olijfolie toe en breng de soep op smaak met zout, peper en eventueel een klein beetje citroensap of azijn.
Laat de soep in de koelkast goed koud worden, hij zal dan ook wat dikker worden.
Serveren: verdeel de soep over vier kommen.
Druk het hardgekookt ei door een zeef en verdeel het ‘eierkruim’ samen met de ham over de soep. Serveer direct.

Voor 4 personen

Genieten in Valence van pure, intense smaken!

en-ook-nog

Restaurant La Cachette

cachette

Tour de France-liefhebbers hebben gisteren ongetwijfeld de aankomst gezien in Valence, in het departement de Drôme.
Valence is zo’n stad waar de meeste mensen langsrijden, zoals dat ook vaak het geval is bij Lyon.
Jammer…... want Valence is een leuke stad waar je bovendien erg lekker kunt eten.
Fameus is het restaurant van Anne Sophie Pic, dat is bekroond met drie Michelinsterren, maar daar hangt ook een prijskaartje aan en is daarom iets voor speciale gelegenheden.

Gelukkig kent Valence nog een aantal andere goede restaurants, waarvan La Cachette één van mijn favorieten is.
La Cachette is een klein restaurant aan de voet van de oude stad.
In deze periode eet je er op een leuk, afgesloten en goed beschaduwd terras.
Masashi Ijichi, afkomstig uit het zuiden van Japan, is de chef en eigenaar, hij verdiende zijn sporen onder andere bij restaurant Pic in Valence, restaurant Key Passion in Nice en bij de gebroeders Pourcel in Montpellier.
Masa, zoals hij door intiemi wordt genoemd, weet wat smaak is, zijn gerechten zijn harmonieus en intens.
Sinds een jaar of vijf heeft La Cachette een Michelinster en dat heeft het restaurant dubbel en dwars verdiend.
Ik heb er al verschillende keren gegeten en ben er nooit teleurgesteld.
En, wat ook een heel leuke bijkomstigheid is….. de prijzen zijn zeer vriendelijk.
Voor slechts € 30,- eet je er een heerlijk driegangen lunchmenu, wil je het uitgebreider…. dat kan ook, het menu Decouverte kost € 55,-.
Ook de wijnen zijn heel betaalbaar, de kaart biedt een uitgebreide keuze voortreffelijke Rhônewijnen, waaronder een flink aantal Vins Nature.
Een absolute aanrader!

Restaurant La Cachette, Rue des Cévennes, Valence.
Telefoon: 04 75 55 24 13.

Met de auto naar de Côte d’Azur over de legendarische N7

en-ook-nog

Langzaam door Frankrijk

Langzaam door Frankrijk

De schoolvakanties beginnen bijna en dat betekent dat er heel veel vakantiegangers richting Frankrijk vertrekken.
Vrijwel altijd zal de reis via de autoroute gaan, want velen willen snel op het vakantieadres aankomen, zeker als de vakantie maar twee weken duurt.
Maar als je wat meer tijd hebt, of de dure autoroute wilt mijden, is het een heerlijk avontuur om bij Parijs de bekende Route Nationale 7 (N7) te pakken en via deze weg naar de Côte d’Azur (de route gaat tot Menton) te rijden.

Voordat de autosnelweg werd aangelegd was de N7 de gebruikelijke route naar het zuiden.
En nu wordt het volgen van de N7 helemaal aantrekkelijk gemaakt door ‘Langzaam door Frankrijk’, een leuk boek dat de route uitgebreid beschrijft.
Peter Jacobs en Erwin De Decker, de auteurs, beschrijven de bijna 1000 kilometer lange route in 12 etappes en geven talrijke onmisbare tips; welke plaatsen kom je tegen en wat is er te zien en te doen, waar kun je overnachten en lekker eten, welke lekkernijen uit de omgeving zijn er te koop en welke leuke zijwegen kun je inslaan om nog extra te genieten en bijzonderheden te bekijken.
Het rijden van de N7 is al een vakantie op zich!

Het boek is een prettige, duidelijke handleiding, een aanrader voor de Frankrijkganger.
Langzaam door Frankrijk van uitgeverij Lannoo is te koop bij de boekhandel voor  € 24,99 (ISBN 978 94 014 2003 7).