Gevulde flensjes, een gerecht dat ik regelmatig maakte, maar dat een beetje in de vergetelheid is geraakt.
Heel lekker en gemakkelijk als je wat gekookte mosselen hebt overgehouden.
En je maakt het net zo snel met alleen mosselen of alleen garnalen.
Ik vind dit het lekkerst als de flensjes kort van tevoren worden gebakken, zodat ze nog een beetje krokant zijn.
Wat fijngesneden lente-uitjes door het flensjesbeslag geeft extra veel smaak.
hoofdgerechten
Fensjes met garnalen en mosselen
- 300-350 gram prei
- 1 venkelknol
- 30-40 gram roomboter
- 2 deciliter visbouillon
- 2,5 deciliter crème fraîche
- 1-2 theelepels geraspte limoenschil
- 4 eetlepels fijngesneden bladpeterselie
- 200 gram gekookte mosselen
- 200 gram gekookte gepelde garnalen
- zout, peper
- limoensap
- 8 flensjes van circa 15 centimeter doorsnede
- partjes limoen
Snijd de prei in dunne ringen en snijd de venkel in dunne reepjes.
Bak de prei circa 5 minuten in de boter, voeg de venkel toe en bak deze 3-4 minuten mee.
Voeg de bouillon en crème fraîche toe en laat het mengsel op zacht vuur circa 5 minuten koken.
Roer dan de limoenschil, 3 eetlepels peterselie, mosselen en garnalen door het groentemengsel en breng op smaak met zout, peper en limoensap.
Verwarm de vulling goed en verdeel deze vervolgens over 8 warme flensjes.
Bestrooi met 1 eetlepel peterselie en serveer direct met partjes limoen.
Voor 4 personen
Flensjes: klop 2 grote eieren los met een snufje zout.
Roer er 100 gram bloem en 2 deciliter melk door tot er een glad beslag ontstaat.
Laat het beslag circa 30 minuten rusten.
Roer er eventueel 2 eetlepels heel fijngesneden lente-uitjes door en bak er in een koekenpan met anti-aanbaklaag van circa 15 centimeter doorsnede 8 dunne flensjes van in een beetje roomboter.