Alle artikelen met het onderwerp:

vanille

Zo’n grote, sappige abrikoos is een van de geneugten van de Mediterrane landen.
Zo uit het vuistje is ze verrukkelijk, maar ook, als variatie, in deze abrikozensoep!
De abrikozen die in Nederland verkrijgbaar zijn, hebben meestal een kleiner formaat, daarvan gebruik je er meer.
Dit lekkere dessert wordt extra feestelijk met een bolletje ijs.

zoet

Abrikozensoep

INGREDIENTEN
  • 12-16 grote abrikozen of circa 20 kleinere exemplaren
  • het sap van 0,5 citroen
  • het merg uit 1 vanillestokje
  • 2-4 eetlepels poedersuiker
  • ijs naar keuze
  • (eventueel) citroentijmblaadjes
BEREIDING

Leg de gewassen en gedroogde abrikozen naast elkaar in een ovenschaal.
Dek de schaal af met aluminiumfolie en 'rooster' de abrikozen 15-20 minuten in een voorverwarmde oven op 180°C.
Laat ze in de schaal afkoelen, verwijder de pitten en pureer de vruchten in een keukenmachine of met de staafmixer.
Voeg ook het sap dat in de ovenschaal is achtergebleven toe en 1,5 deciliter water.
Zeef dit mengsel eventueel en roer er dan het vanillemerg en de suiker (naar smaak) door.
Laat de abrikozensoep in circa 3 uur goed koud worden in de koelkast.
Serveer de soep in kommen of diepe borden, schep er een bolletje ijs in en bestrooi met blaadjes citroentijm.

Voor 4 personen

Desserts met peren, ik ben er dol op.
Deze ‘gewone’ vrucht die net als de appel het hele jaar verkrijgbaar is, past goed in dit seizoen.
De onderstaande clafoutis kan zowel lauwwarm als op kamertemperatuur gegeten worden, hij kan dus óf van tevoren worden gebakken, óf worden voorbereid en op het moment dat het voorgerecht op tafel komt in de oven worden gezet.
Ik gebruik graag amandelmelk, amandel en peer combineren heel goed, maar gewone melk kan ook.

zoet

Perenclafoutis

INGREDIENTEN
  • 2 flinke eieren
  • 60 gram suiker
  • 70 gram bloem
  • 2 deciliter (amandel)melk
  • het merg uit 1 vanillestokje
  • 4 kleine, niet te rijpe peren
  • 3 eetlepels geschaafde amandelen
  • 1 eetlepel lichtbruine basterdsuiker
  • 20 gram roomboter, in kleine klontjes
  • (slagroom)
BEREIDING

Klop de eieren los met de suiker, roer de bloem erdoor en vervolgens beetje bij beetje de amandelmelk tot een glad beslag ontstaat.
Roer er het vanillemerg door en zet het beslag even opzij.
Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd de vruchten in dunne schijfjes.
Beboter een ronde vorm van circa 24 centimeter doorsnede (taartvorm of ovenschaal) en bestuif de vorm met bloem, klop de overtollige bloem eruit.
Schep ongeveer de helft van het beslag in de vorm en leg daarin de schijfjes peer naast elkaar of elkaar een beetje overlappend.
Strooi er 2 eetlepels amandelen over en schenk de rest van het beslag erop.
Strooi nog 1 eetlepel amandelen over de clafoutis, samen met de basterdsuiker en verdeel de klontjes boter erover.
Bak de clafoutis in 35-45 minuten goudgeel en gaar in het midden van een voorverwarmde oven op 180°C.
Controleer met een spies of de clafoutis gaar is, het beslag moet nét gestold zijn, dan is ie het lekkerst.
Serveer hem lauwwarm of op kamertemperatuur, eventueel met een lepeltje slagroom.

Voor 4-6 personen

Nu het ijs van mandarijnen, dat zo heerlijk smaakt bij de gebakken vrucht.
Maar alleen het ijs serveren kan natuurlijk ook, of in combinatie met lauwwarme appel- of perentaart.
Omdat ook de schil van de mandarijnen wordt gebruikt kies ik het liefst voor biologische, onbehandelde vruchten.

zoet

Mandarijnenijs

INGREDIENTEN
  • 125-150 gram suikerklontjes
  • 8 flinke mandarijnen
  • het merg uit 0,5 vanillestokje
BEREIDING

Wrijf met een deel van de suikerklontjes stevig over de schil van 4 schoongeborstelde mandarijnen, zodat alle smaakstoffen uit de schil in de suiker trekken.
Snijd deze mandarijnen doormidden en pers ze uit, pers ook de 4 andere mandarijnen uit en probeer zoveel mogelijk vruchtvlees mee te persen.
Breng alle suikerklontjes (125-150 gram) met 1 deciliter water aan de kook tot de suiker is opgelost.
Laat dit iets afkoelen en voeg dan het vanillemerg toe.
Meng de suikerstroop met het mandarijnensap en draai hiervan ijs in de ijsmachine in 25-30 minuten.
Of schep het mengsel in een diepvriesdoos en bevries het in circa 6 uur tot ijs, roer het halverwege de vriestijd los met een vork.

Voor circa 4 personen

Er staan al enkele crumbles op deze site, maar nog geen met appels.
Ik maak er een ‘seizoensgerecht’ van door in het kruimellaagje speculaaskruiden te verwerken, ik vind dat een heerlijke combinatie; appel en speculaas..
Het liefst gebruik ik voor dit dessert goudreinetten, die vallen uit elkaar.
Prefereert u stevige blokjes appel, kies dan een andere appelsoort als Jonathan of Pink Lady.

zoet

Appelcrumble met speculaaskruiden

INGREDIENTEN
  • 6 appels
  • 35 gram roomboter
  • 30 gram fijne tafelsuiker
  • het merg uit 1 vanillestokje
  • voor de kruimellaag:
  • 75 gram bloem
  • 30-40 gram lichte basterdsuiker
  • 50 gram gemalen amandelen
  • 1 volle theelepel speculaaskruiden
  • 75 gram koude roomboter, in klontjes
BEREIDING

Schil de appels en snijd ze in blokjes.
Verhit 35 gram boter in een wijde koekenpan en roer er 30 gram suiker door en het vanillemerg.
Voeg de appels toe en bak ze 4-6 minuten, schep ze af en toe voorzichtig om.
Verdeel de appels over 4 ovenvaste schaaltjes
Meng voor de kruimellaag de bloem, suiker, gemalen amandelen en speculaaskruiden in een kom.
Voeg de klontjes koude boter toe en meng deze met de vingertoppen door het bloemmengsel tot het mengsel op broodkruim lijkt.
(Dit kan ook in de keukenmachine: doe bloem, suiker, amandelen en speculaaskruiden in de kom van de machine, meng even en voeg dan de klontjes boter toe. Verkruimel deze met behulp van de pulsknop door het bloemmengsel tot het op broodkruim lijkt.)
Verdeel het kruimeldeeg gelijkmatig over de appels en bak de crumble 20-30 minuten in het midden van een voorverwarmde oven op 190ºC tot de kruimellaag krokant is.
Serveer de crumble warm of lauwwarm, eventueel met een schepje lobbig geklopte ongezoete slagroom.

Voor 4 personen

Er zit, met dit sombere weer, niets anders op dan de keuken in te duiken en te gaan bakken; deze lekkere chocoladekoekjes bijvoorbeeld.
Dit is een recept van de Franse patissier Pierre Hermé, een oud recept weliswaar, maar daarom niet minder lekker.
De koekjes hebben een intense chocoladesmaak, dat komt onder andere omdat je er pure chocolade met 70% cacao voor gebruikt.
Heel verrassend is het snufje fleur de sel, dit lekkere zout proef je terug in de koekjes.
Gebruik wel ongezouten roomboter, anders wordt het misschien teveel van het goede.

zoet

Chocoladekoekjes met fleur de sel

INGREDIENTEN
  • 150 gram donkere pure chocolade met 70% cacao
  • 175 gram bloem
  • 30 gram cacaopoeder
  • 5 gram natrium bicarbonaat (zuiveringszout)
  • 150 gram zachte roomboter
  • 120 gram donkere basterdsuiker
  • 50 gram poedersuiker
  • 5 gram fleur de sel
  • het merg uit 1 vanillestokje
BEREIDING

Hak de chocolade met een groot mes fijn of rasp de chocolade grof.
Meng de bloem met cacao en natrium bicarbonaat en zeef dit mengsel.
Meng de zeer zachte boter met beide suikers, de fleur de sel en het vanillemerg.
Voeg het bloem-cacaomengsel toe, roer alles goed door elkaar en kneed het mengsel vervolgens snel met de hand tot het een beetje samenhangend wordt.
Voeg dan de fijngehakte chocolade toe en kneed dit door het deeg, maar kneed niet te lang.
Vorm het deeg tot een stevige rol (of 2 kleinere rollen) van 4 centimeter doorsnede, let op dat er geen lucht in de deegrol(len) zit.
Het deeg is wat brokkelig en daarom is het gemakkelijk om voor het vormen van de rol(len) plasticfolie te gebruiken.
Verpak de deegrol(len) in plasticfolie en laat ze 2-3 uur in de koelkast rusten.
Haal de rol(len) daarna uit de koelkast, wacht enkele minuten tot het deeg goed snijdbaar is en snijd de rol(len) dan in plakken van 1 centimeter dik.
Leg de plakjes deeg dan met 2-3 centimeter tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de koekjes 11-12 minuten in een voorverwarmde oven op 170°C. Laat ze afkoelen en bewaar ze in een goed afgesloten trommel.

Het is kersentijd, je kunt er niet omheen.
Ik koop graag zo’n grote bak, maar ik moet ook eerlijk toegeven dat ik soms teleurgesteld wordt omdat de smaak tegenvalt.
Nu heb ik voor die niet zo heel smakelijke exemplaren een goede oplossing; zachtjes pocheren in rode wijn, dat komt de smaak ten goede en er ontstaat een lekker dessert dat zowel warm als lauwwarm of koud kan worden geserveerd.

zoet

Kersen in kruidige rode wijn

INGREDIENTEN
  • 1 vanillestokje
  • 2,5 deciliter rode wijn
  • 75-100 gram donkere basterdsuiker
  • 1 kaneelstokje
  • 500 gram verse kersen
BEREIDING

Snijd het vanillestokje open.
Breng de wijn in een pan aan de kook met 1 deciliter water, de suiker, het kaneelstokje en het opengesneden vanillestokje.
Roer goed in het begin, zodat de suiker oplost en laat de geurige vloeistof circa 15 minuten zachtjes koken.
Voeg dan de kersen toe en pocheer deze, tegen de kook aan, 6-10 minuten.
Serveer ze direct of laat ze in de geurige wijn afkoelen.
Lekker met een lepeltje lobbig geklopte slagroom.

Voor 4-6 personen